KORTE INHOUD

Op een vervallen boerderijtje te Hagem leven de

gebroeders Titten en Naten Van Den Huyve.

Titten is een joviaal man die niets aan zijn hart

laat komen, op tijd en stond een borrel drinkt

en Gods water over Gods akker laat stromen.

Zijn humor en zijn gezonde levensfilosofie

hebben hem de bijnaam ‘de filosoof van Hagem’

bezorgd. Naten daarentegen is een gierige vrek,

altijd slechtgehumeurd.

Patatje, de koewachter, heeft soms aardig wat

moeite om te laveren tussen de twee broers.

Naten krijgt op zijn zeventigste het ‘oud zot’

te pakken.

Titten is echter ook niet van gisteren:

met de hulp van Patatje bezorgt hij Naten

en Koletje Kambeel een heugelijke verrassing.

De pastoor zelf vertelt hoe het allemaal afloopt.

​

​